Windschip Project ontwikkelt een eenvoudige uitvoering van het Dyna-Rig: Ron’s Rig
Het Windschip Project van Ron de Vos ontwikkelt verschillende scheepsontwerpen voor zeilende vrachtschepen. Het zijn moderne zeilende vrachtschepen gebaseerd op historisch onderzoek. Het windschip vertegenwoordigt de volgende stap in de ontwikkeling van commerciële zeilschepen. Het tuig van het windschip borduurt voort op de ontwikkeling die in de jaren zeventig door William Prolls’ middels het Dyna Rig werd geïnitieerd. De Amerikanen van de universiteit van Michigan hebben in de jaren daarna het idee losgelaten dat ra’s en mast gelijktijdig moeten draaien. Ze vonden dit technisch en praktisch onhaalbaar voor grote vrachtschepen. Het Windschip Project heeft het idee van de Amerikanen verder ontwikkeld, eerst naar Ron’s Rig 1.0 en daarna Ron’s Rig 2.0.

Ron’s Rig 2.0
Het zeiloppervlak wordt bij het voorontwerp door de methode van Mittendorf bepaald: Zeiloppervlak wordt vermenigvuldigd met h: hoogte tussen lateraalpunt en zeilpunt. Vervolgens wordt dit getal gedeeld door het product van Deplacement en MG. Het zeiloppervlak wordt over de masten verdeeld, zodat de masten a. niet te hoog boven de waterlijn uitkomen en b. de ra’s niet te breed worden. De plaats van het zeilpunt ligt ruim 5% van de waterlijn-lengte (lead) voor het lateraalpunt.
Tripod
Ron’s Rig 2.0 is een driepoot (tripod) constructie bestaande uit een hoofdmast en twee steunmasten. De hoofdmast en steunmasten zijn aan de bovenkant verbonden door een masthoed. Daarnaast zijn deze drie masten ter hoogte van het ra-beslag verbonden door een tussenstuk. De ra’s zijn door middel van een dubbel uitgevoerd beslag met de mast verbonden. De ra draait om een as in dit beslag.
De tripod dient als drager voor de gebogen ra’s, waartussen vierkante zeilen zijn bevestigd. De zeilen aan de gebogen ra’s geven 2,5% meer rendement dan traditionele vierkante zeilen aan een rechte ra. De hoofdmast en steunmasten zijn trapeziumvormig. De steunmasten zijn zo gesitueerd dat de ra’s maximaal 30° aan de wind gebrast kunnen worden. Voor zeilende vrachtschepen is het niet gewenst om heel hoog aan de wind te zeilen (teveel drift). Het aantal tripod masten op de windschepen kan variëren van een tot vijf. Middels CFD kan de plaats van de masten geoptimaliseerd worden.

Rolzeilen
Tussen de ra’s bevindt zich het zeilrod waar omheen het tweevoudige zeil wordt op- en afgedraaid. Deze zeilen zijn in verhouding redelijk klein van oppervlak en kunnen van eenvoudig materiaal (Dacron) gemaakt zijn. Aan de onder- en bovenkant van het zeilrod bevindt zich de lierkast met daarin de elektromotor. Vandaar worden het zeilrod en beide schoten bedient die via een spanblok naar het uiteinde van de ra lopen waar ze door een blok naar de zeilhoeken gaan.
De brassen
Het draaien van de ra’s wordt met behulp van brassen gedaan. De ra’s worden gelijktijdig per mast bediend. De bras zit met een uiteinde vast aan de ra. De lijn loopt vandaar verder naar een blok bevestigd op gelijke hoogte van de ra aan de steunmast. Vandaar loopt de lijn naar de elektromotor in de braslierkast. Het bedienen van zeilen en brassen kan volledig automatisch vanaf dek of brug gebeuren.
Kijk hier voor meer info over windschepen
Afbeeldingen: Windship Project